Kruip in kooi-asynmotoren verwijst naar het fenomeen waarbij de rotor begint te draaien, ook al ontvangt de motor niet voldoende spanning om volledig op te starten of de rotatie te handhaven. Dit kan gebeuren onder bepaalde omstandigheden, vooral wanneer er restmagnetisme is of wanneer de motor wordt blootgesteld aan externe krachten die ertoe leiden dat hij lichtjes draait. Hier zijn de belangrijkste oorzaken van kruip in kooi-asynmotoren:
Restmagnetisme
Magnetische Velden: Zelfs nadat de stroomtoevoer is afgesneden, kunnen er restmagnetische velden overblijven in de statorwindingen of andere magnetische componenten van de motor. Deze velden kunnen een kleine stroom in de roterende staafjes induceren, wat resulteert in een lichte rotatie.
Permanente Magneten: Sommige motoren hebben permanente magneten in hun ontwerp, die bijdragen aan kruip als ze sterk genoeg zijn om stromen in de rotor te induceren.
Externe Krachten
Mechanische Lasten: Als de motor verbonden is met een mechanische last die een lichte rotatiekracht uitoefent, kan dit ertoe leiden dat de rotor kruipt. Bijvoorbeeld, kan zwaartekracht op een verticaal georiënteerde pompas ervoor zorgen dat de motor lichtjes draait.
Wind of Trillingen: Externe krachten zoals wind of trillingen van nabijgelegen apparatuur kunnen een kleine rotatiebeweging aan de motor verlenen.
Ontwerpkenmerken
Rotorongevenwichtigheid: Als de rotor niet perfect evenwichtig is, kan deze lichte bewegingen vertonen door ongebalanceerde krachten die op hem werken.
Motoraanleg: Bepaalde ontwerpen van kooi-asynmotoren kunnen meer geneigd zijn tot kruip door hun constructiedetails.
Elektrische Verschijnselen
Stray Capaciteit: Stray capaciteit tussen de stator en de rotor kan soms een kleine stroom veroorzaken, wat een lichte rotatie induceren kan.
Gedeeltelijke Ontlading: Gedeeltelijke ontlading in de isolatie van de motor kan kleine stromen genereren die leiden tot kruip.
Defecte Elektrische Verbindingen
Losse Verbindingen: Losse verbindingen in de bedrading of terminals kunnen onderbroken paden voor stroomvoer creëren, wat leidt tot kruip.
Defecte Bediening: Defecte relais of contactors die het circuit niet volledig doorbreken, kunnen een kleine stroom door de motor laten gaan, waardoor een lichte rotatie optreedt.
Beheersstrategieën
Om kruip in kooi-asynmotoren te verminderen of te elimineren, kunnen verschillende strategieën worden toegepast:
Zorg voor Juiste Lastbeheersing: Beheer de mechanische lasten die aan de motor zijn verbonden correct om onnodige krachten op de rotor te voorkomen.
Balansering: Balans de rotor om ongebalanceerde krachten die rotatie kunnen veroorzaken, te minimaliseren.
Bescherming: Bescherm de motor tegen externe krachten en trillingen die kunnen bijdragen aan kruip.
Onderhoud: Controleer en verstevig regelmatig alle elektrische verbindingen en zorg ervoor dat alle componenten correct functioneren.
Ontwerpverbeteringen: Voeg ontwerpverbeteringen in die restmagnetische velden minimaliseren en de algemene stabiliteit van de motor versterken.
Samenvatting
Kruip in kooi-asynmotoren wordt veroorzaakt door restmagnetisme, externe krachten, ontwerpkenmerken, elektrische verschijnselen en defecte elektrische verbindingen. Door deze oorzaken te begrijpen en passende beheersstrategieën toe te passen, kan men effectief kruip in de motoroperatie verminderen of voorkomen.