Het werkingsprincipe van een ketel in een elektriciteitscentrale is om de thermische energie die vrijkomt bij de verbranding van brandstof te gebruiken om voedingswater te verwarmen, waardoor een voldoende hoeveelheid oververhit stoom wordt geproduceerd die aan gespecificeerde parameters en kwaliteitseisen voldoet. De hoeveelheid geproduceerde stoom wordt de evaporatiecapaciteit van de ketel genoemd, meestal gemeten in ton per uur (t/u). Stoomparameters verwijzen voornamelijk naar druk en temperatuur, uitgedrukt in megapascal (MPa) en graden Celsius (°C), respectievelijk. Kwaliteit van stoom verwijst naar de zuiverheid van de stoom, doorgaans aangegeven door het gehalte aan onzuiverheden (voornamelijk zouten)—hoe lager het zoutgehalte, hoe hoger de stoomkwaliteit.
Het fundamentele bedrijfssysteem van een ketel bestaat uit twee hoofdonderdelen: het verbrandingssysteem en het stoom-water systeem. Het verbrandingssysteem zorgt voor efficiënte verbranding van de brandstof binnen de oven en effectieve vrijgave van warmte. Het stoom-water systeem absorbeert de door de brandstof vrijgegeven warmte, verwarmt het water, produceert stoom en levert uiteindelijk oververhit stoom met specifieke parameters. Het omvat componenten zoals de voorverwarmer, stoomdrum, neergaande leidingen, koppen, watermuren, oververhitter, en herverhitter, samen met aansluitende leidingen en kleppen.