1. Hoe te bepalen of de temperatuurverandering van een transformator normaal of abnormaal is
Tijdens het gebruik worden verliezen in het kern- en windingdeel van de transformator omgezet in warmte, wat leidt tot een temperatuurstijging in verschillende delen. Deze warmte wordt afgevoerd door straling, geleiding en andere methoden. Wanneer warmteopwekking en -afvoer in evenwicht zijn, stabiliseert de temperatuur van elk deel. IJzerverliezen blijven bijna constant, terwijl koperverliezen variëren met de belasting.
Bij inspectie van een transformator moet de omgevingstemperatuur, de bovenste olie-temperatuur, de belasting en het olieniveau worden genoteerd, en deze waarden moeten worden vergeleken met historische gegevens om te beoordelen of de transformator normaal werkt.
Als, onder dezelfde werkomstandigheden, de olie-temperatuur meer dan 10°C hoger is dan gebruikelijk, of als de belasting constant blijft maar de temperatuur blijft stijgen ondanks normale werking van het koelsysteem, kan er sprake zijn van een interne storing (en de mogelijkheid van een fout of storing in de thermometer moet worden gecontroleerd).
Meestal is de hoofdisolatie van een transformator (windingisolatie) klasse A (papier gebaseerd), met een maximale toegestane werktuemeratuur van 105°C. De windingtemperatuur ligt doorgaans 10–15°C hoger dan de bovenste olie-temperatuur. Bijvoorbeeld, als de bovenste olie-temperatuur 85°C is, kan de windingtemperatuur 95–100°C bereiken.

2. Oorzaken van Abnormale Transformatortemperatuur
(1)Interne Storingen die Leiden tot Abnormale Temperatuur
Interne storingen zoals tussenwikkel- of tussenschil-kortsluitingen, ontlading van windingen naar nabijgelegen schermen, oververhitting op interne aansluitingen, meerpuntige aarding van de kern waardoor eddy-stromen en oververhitting toenemen, of dwarse flux van nulreeks onevenwichtige stroom die een lus vormt met de tank en warmte genereert — kunnen allemaal leiden tot abnormale temperatuurstijging. Dergelijke storingen gaan vaak gepaard met het activeren van gas- of differentiële bescherming. In ernstige gevallen kan de ontploffingsbeveiligingsbuis of drukaflossingsapparaat olie uitscheiden. In dergelijke situaties moet de transformator uit dienst worden genomen voor inspectie.
(2)Abnormale Temperatuur Door Koelerstoring
Abnormale temperatuur kan het gevolg zijn van onjuiste werking of storing van het koelsysteem, zoals stopzetting van de onderwaterpomp, ventilatorenbeschadiging, vervuiling in koelpijpen, verminderde koelrendement, of falen van radiatorkleppen om open te gaan. Tijdige onderhouds- of spoelwerkzaamheden aan het koelsysteem moeten worden uitgevoerd, of een reservekoeler moet worden ingeschakeld. Anders moet de transformatorbelasting worden verlaagd.
(3)Temperatuuraanwijzerfouten
Als de temperatuuranwijzing onnauwkeurig is of het instrument defect is, moet de thermometer worden vervangen.