1.Algemene storingen en diagnostische maatregelen
1.1 Transformatielekken
1.1.1 Lekkage van de tanknaden
Voor lekkage aan platte naden is directe lasen toepasbaar. Voor lekkage op hoeken of naden die met verstevigingsstukken zijn versterkt, is het vaak moeilijk om het exacte lekpunt te lokaliseren, en kan er na het lassen opnieuw lekkage optreden door interne spanning. In dergelijke gevallen wordt aangeraden om te repareren met een toegevoegd ijzeren plaat: voor tweeoppervlaktnaden kan de ijzeren plaat in de vorm van een spindel worden gesneden voor lassen; voor drieoppervlaktnaden moet de ijzeren plaat, afhankelijk van de werkelijke configuratie, in de vorm van een driehoek worden gesneden.
1.1.2 Lekkage van de bushing
Lekkage van de bushing wordt meestal veroorzaakt door scheuren of barsten in de bushing, onjuiste installatie of veroudering van de dichting, of loszitten van de bushing klembevestigingen. Als de eerste twee omstandigheden voorkomen, is vervanging van de componenten vereist; als de bouten loszitten, moeten deze opnieuw worden aangedraaid.
1.2 Meerdere aardpunten van het kern
1.2.1 Methode van stroomstoot
Verbinding van de transformatorkern met de aarding losmaken en een DC-spanning tussen de kern en de tank aanbrengen voor een korte, hoge stroomstoot. Gewoonlijk elimineren 3-5 stoten effectief de onbedoelde aardpunten, wat aanzienlijk bijdraagt aan het elimineren van storingen door meerdere aardpunten.
1.2.2 Interne inspectie
Bij meerdere aardpunten veroorzaakt door het niet omdraaien of verwijderen van de positiepin op de tankafsluiting na installatie, moet de pin worden omgedraaid of verwijderd. Als het isolatiemateriaal tussen de klempad en de yoke is losgeraakt of beschadigd, moet dit worden vervangen door nieuw materiaal met de juiste dikte volgens de isolatiespecificaties. Als de klempoot te dicht bij de kern staat, waardoor gebogen laminaten ertegen aanraken, moet de klempoot worden aangepast en de gebogen laminaten worden rechtgetrokken om de vereiste isolatieafstand te waarborgen. Verwijder metaalachtige vreemde stoffen, deeltjes en onzuiverheden uit de olie, reinig olieslib van alle delen van de tank, en indien mogelijk voer vacuümdroging uit op de transformatoreolie om vocht te verwijderen.
1.3 Oververhitting bij verbindingen
1.3.1 Verbinding van geleidende staafterminal
Transformatoraftakkterminals zijn meestal gemaakt van koper. In buitenlucht- of vochtige omgevingen mogen aluminiumleiders niet direct met koperterminals worden vastgezet. Wanneer vocht dat opgeloste zouten bevat (elektrolyt) de contactoppervlakken tussen koper en aluminium binnendringt, vindt er een elektrochemische reactie plaats door galvanische koppeling, wat leidt tot ernstige corrosie van het aluminium. Dit schaadt snel het contact, veroorzaakt oververhitting en kan potentieel leiden tot ernstige ongelukken. Om dit te voorkomen, moeten directe koper-aluminiumverbindingen worden vermeden.
2.Temperatuurmonitoring van transformatoren
2.1 Infraroodthermografie
Infraroodthermografie gebruikt een infrarooddetector om de infraroodstraling die door het doelwit wordt uitgestraald op te vangen, het signaal te versterken en te verwerken, het om te zetten in een standaard videosignaal en vervolgens de thermische afbeelding op een monitor weer te geven. Lokale oververhitting in het geleidende circuit, veroorzaakt door slechte contacten in transformatorleidingen, overbelasting of meerdere aardpunten van de kern, kan effectief worden gedetecteerd met deze methode.
2.2 Aanduiding van de olievlaagtemperatuur
De olievlaagtemperatuuraanduiding monitort de temperatuur van de transformatoreolie, geeft alarmsignalen wanneer de limieten worden overschreden en activeert indien nodig beschermbeslissingen.
3.Conclusie
In de 21e eeuw, met de toenemende afhankelijkheid van de samenleving van elektriciteitsnetwerken en hun voortdurende uitbreiding, zijn foutdiagnose en toestandsgebaseerde onderhoudsmaatregelen voor transformatoren cruciale maatregelen geworden voor de voortgang van de transformatie van China's elektriciteitsnetwerk en de verbetering van het wetenschappelijk beheer van elektrische apparatuur. Deze praktijken vertegenwoordigen een belangrijke richting en focus voor de toekomstige ontwikkeling van elektriciteitsopwekking.