Allereerst moet duidelijk worden gesteld: AC-schakelaars mogen niet worden gebruikt om DC-schakelaars in DC-circuits te vervangen!
Vanwege de verschillen in het genereren en doven van bogen tussen AC en DC hebben AC- en DC-schakelaars met dezelfde nominale waarden niet dezelfde capaciteiten bij het onderbreken van DC-stroom. Het gebruik van AC-schakelaars in plaats van DC-schakelaars, of het mengen van AC- en DC-schakelaars, is een van de belangrijkste oorzaken van beschermingscoördinatieproblemen en onbedoelde upstream-trippings.
Schakelaars maken gebruik van een thermisch-magnetische (elektromagnetische) trippingmechanisme voor directe werking. De belangrijkste parameter die de tripping beïnvloedt, is de piekstroom die door de schakelaar stroomt. De nominale waarde van de schakelaar verwijst naar de RMS (root mean square)-waarde, terwijl de piekwaarde van de AC-stroom hoger is dan de RMS-waarde (ongeveer 1,4 keer). Bij dezelfde instelling, als een AC-schakelaar wordt gebruikt in een DC-circuit, zal de werkelijke trippingsstroom hoger zijn dan die van een DC-schakelaar. Bij overbelasting kan de lokale schakelaar weigeren om te trippen, waardoor de upstream-schakelaar trips—dit wordt "over-level tripping" genoemd. Bovendien gebruiken AC- en DC-schakelaars verschillende boogdovende principes, en DC-bogen zijn inherent moeilijker te doven dan AC-bogen. DC-schakelaars worden daarom ontworpen met hogere eisen aan boogdovend vermogen. Het gebruik van een AC-schakelaar in een DC-circuit kan de DC-boog niet effectief of betrouwbaar doven, wat uiteindelijk tot slijten van de hoofdcontacten zal leiden.
Uit bovenstaande blijkt duidelijk dat AC- en DC-schakelaars niet willekeurig kunnen worden uitgewisseld. Kortom, als AC- en DC-schakelaars echt universeel waren, waarom zouden ze dan überhaupt onderscheiden worden?