Veilige bedrijfsvoering en regelmatig onderhoud van laagspanningspaalmontagekasten zijn essentieel voor de langetermijnbetrouwbaarheid van het systeem.
1. Veiligheidsprocedures voor bedrijfsvoering
Operaties moeten strikt gereguleerd worden onder dispatch controle, volgens het "Drie Tickets en Twee Systemen" (werkvergunning, operatie ticket, spoedreparatie opdracht; herhaal- en toezichtsystemen). Operatie tickets moeten gebruik maken van dubbele apparatuur identificatoren (bijv. "XX kV XX Lijn XXX Schakelaar") en gedetailleerde stappen en veiligheidsmaatregelen vermelden. Stappen moeten via simulatie diagrammen worden gecontroleerd voordat ze worden uitgevoerd, en operaties moeten worden uitgevoerd door twee personen - één operator en één toezichthouder.
Na de operatie moeten status indicatielichten worden gecontroleerd om de correcte uitvoering te bevestigen. Mechanische sloten (bijv. op de energieopslag hefboom) en waarschuwingsborden (bijv. "Lijn in Onderhoud") moeten worden gebruikt om foute operaties te voorkomen. Operatie tickets zijn geldig voor maximaal 5 dagen; bij wijzigingen in werk inhoud, locatie of personeel is een nieuwe uitgifte vereist. Specifieke veiligheidstoezichthouders zijn verplicht voor hoogrisicowerken zoals cruciale tijdelijke installaties, speciale taken, seizoensgebonden werk, multi-disciplinaire kruisoperaties, zwaar tillen, speciaal hoogwerken en live-line operaties.
Voor slimme schakelaars met geïntegreerde communicatiemodules moet afstandsbediening veilig en betrouwbaar zijn. Afstandsbediening moet gebruik maken van versleutelde protocollen (bijv. MQTT/CoAP over TLS), met identiteitsverificatie (wachtwoord/biometrie) en volledige operatielogging. Het afstandsbedieningscentrum moet robuuste communicatie- en dataverwerkingscapaciteiten hebben om real-time parameters (stroom, spanning, temperatuur) te monitoren. Bij foutdetectie moet het systeem snel diagnosticeren, alarmsignalen activeren en beschermende maatregelen initiëren. Mobiele videocamera's kunnen worden gebruikt om statuswijzigingen te verifiëren, waardoor nauwkeurigheid in afstandsbediening wordt gewaarborgd.
2. Operaties in slecht weer
Speciale voorzorgsmaatregelen zijn nodig tijdens tyfoons, zware regenval of andere extreme omstandigheden. Voordat de operatie wordt uitgevoerd, controleer de dichtheid, vochtbescherming van de contacten en zorg ervoor dat er geen water of rommel op de lijnen zit. Gebruik geïsoleerde gereedschappen en juiste PPE (beschermende kleding, handschoenen, veiligheidsschoenen, helm, bril). In koude gebieden, controleer de werking van de verwarming om SF6-verdamping of verminderde prestaties van de vacuümonderbreker te voorkomen. In warme klimaten, zorg ervoor dat koelsystemen functioneren om oververhitting te voorkomen. In stoffige omgevingen, inspecteer en reinig stofophoping. In corrosieve gebieden, controleer isolatie en metalen delen op schade en pas anti-corrosie behandelingen toe indien nodig.
3. Foutdiagnose en -afhandeling
Een systematische benadering is vereist voor foutbeheer:
Geen reactie: Controleer de integriteit van het bedradingsschema, de energieopslagstatus en mechanische interlocks.
Onbedoeld uitschakelen: Verifieer instelwaarden, beschermingskenmerken en milieu-invloeden.
Contact erosie: Inspecteer slijtage van de contacten, booguitdoofprestaties en belastingcompatibiliteit.
Gaslek (SF6-schakelaars): Onderzoek de dichtingen, drukmetingen en milieu-effecten.
Vacuümverlies (vacuüm-onderbrekers): Test de spanningstaande kracht op netfrequentie, boogkleur en contactreis.
Foutafhandeling moet het principe volgen van "eerst diagnostiseren, dan handelen", waarbij de juiste foutlocatie, effectieve oplossing en gecontroleerde veiligheidsrisico's worden gewaarborgd.