Primaire bescherming, ook bekend als hoofdbescherming, fungeert als de eerste verdedigingslinie. Het is ontworpen om snel en selectief storingen binnen de grenzen van het specifieke circuitgedeelte of element dat het beschermt te elimineren. Elk gedeelte van een elektrische installatie is uitgerust met primaire bescherming. Dit beschermingsmechanisme is ontworpen om snel te reageren op abnormale omstandigheden, waardoor het getroffen gebied zo snel mogelijk wordt geïsoleerd om schade en verstoring van het overal elektrische systeem tot een minimum te beperken.
Reservebescherming fungeert als een veiligheidsmaatregel wanneer de primaire bescherming defect is of buiten dienst moet worden genomen voor reparaties. Het is een essentieel onderdeel voor de naadloze werking van het elektrische systeem en vormt de tweede verdedigingslinie. Als de primaire bescherming niet correct functioneert, neemt de reservebescherming het over om het defecte gedeelte van het systeem te isoleren. Defecten in de primaire bescherming kunnen optreden door problemen zoals een storing in het DC-voedingsschakeling, problemen met de stroom- of spanningvoorziening naar het relaischakeling, storingen in het relaisbeschermingschakeling of defecten in de schakelaar.
Reservebescherming kan op twee manieren worden geïmplementeerd. Het kan worden geconfigureerd op dezelfde schakelaar waarop de primaire bescherming normaal gesproken zou opereren om open te gaan, of het kan worden geïnstalleerd in een andere schakelaar. Reservebescherming is bijzonder cruciaal in scenario's waarin de hoofdbescherming van een aangrenzend circuit de hoofdbescherming van een bepaald circuit niet effectief kan ondersteunen. In sommige gevallen, voor de eenvoud, heeft de reservebescherming relatief weinig gevoeligheid en is deze ontworpen om binnen een beperkte back-upzone te functioneren.
Voorbeeld: Stel je een scenario voor waarbij afstandsreservebescherming wordt geleverd door een kleine tijdgestructureerde relay, zoals weergegeven in de figuur hieronder. Stel dat er een storing F optreedt op relay R4. Relay R4 activeert dan de schakelaar op punt D om het defecte gedeelte te isoleren. Als de schakelaar op D echter niet werkt, wordt het defecte gedeelte geïsoleerd door het activeren van relay R3 op punt C.

De toepassing van reservebescherming hangt af van zowel economische als technische overwegingen. Vaak functioneert de reservebescherming, vanwege economische factoren, niet zo snel als de primaire bescherming.
Gerelateerde Termen: