
De behuizing heeft twee fundamentele functies: het handhaven van de interne gasdruk en het waarborgen van gasdichtheid om het vrijkomen van SF6 in de atmosfeer te voorkomen. Staalmaterialen zijn goed geschikt voor het vervullen van deze functies. Gietstaal daarentegen heeft porositeitsproblemen en kan de hoge niveau van gasdichtheid die vereist is voor Gasgeïsoleerde Schakelapparatuur (GIS) niet garanderen.
Staal is relatief gemakkelijk te lassen en te vormen. Staalbehuizingen worden meestal gemaakt door staalplaten mechanisch in cilinders te vormen en deze vervolgens te lassen.
Aluminium wordt gebruikt als geleider in de vorm van geëxtrudeerde buizen of via gieterijstechnologie. Voor behuizingen kan aluminium worden gebruikt in gieterijstechnologie of met gelaste plaatmaterialen, waarbij zowel longitudinale las- als spiraallasteknappen kunnen worden toegepast.
Geëxtrudeerde buizen zijn geschikt voor gebruik als geleiders in rechte busbalksecties. Wanneer echter geleiders binnen afsluit- of aardingschakelaars worden geïnstalleerd, vereist het noodzakelijke vorm en ontwerp de toepassing van gieterijstechnologie.
In het verleden was een nadeel van gegoten aluminium de porositeit, wat leidde tot het uitlekken van isolatiegas in de atmosfeer.
Tegenwoordig zijn de meeste GIS-behuizingen gemaakt van gegoten aluminium, omdat dit superieure prestaties biedt voor GIS. De bijgevoegde afbeelding toont een grafiek van een rechte geleider gemaakt van aluminium.