Als het veiligheidselement aan de hoogspanningskant van de transformatieblazer of het circuit springt, is de eerste stap om te bepalen of één fase, twee fasen of alle drie fasen zijn onderbroken. Dit kan worden bepaald op basis van de foutsymptomen zoals weergegeven in de volgende tabel:

Wanneer een veiligheidselement springt, controleer dan eerst of het veiligheidselement aan de hoogspanningskant of de bliksemafleiderkloof kortgesloten is naar de aarde. Als er geen afwijkingen worden gevonden bij externe inspectie, kan worden geconcludeerd dat er een interne fout in de transformatie is opgetreden. Controleer de transformatie zorgvuldig op tekenen van rook, olielekkage of abnormale temperatuur.

Gebruik vervolgens een megohmmeter om de isolatieweerstand tussen de hoog- en laagspanningswikkelingen, evenals de isolatieweerstand van zowel de hoog- als laagspanningswikkelingen ten opzichte van de aarde, te testen. Soms kan ook een tussenlaag- of spoel-tot-spoel kortsluiting binnen de transformatiewikkelingen leiden tot het springen van het veiligheidselement aan de hoogspanningskant. Als er bij het testen van de spoel-tot-spoel isolatieweerstand met een megohmmeter geen defecten worden gevonden, gebruik dan een brug om de gelijkstroomweerstand van de wikkelingen verder te diagnosticeren. Na een grondige inspectie, identificeer en herstel de fout, vervang het veiligheidselement door een exemplaar met dezelfde originele specificaties, en de transformatie kan dan weer in dienst worden gesteld.