1.Gasgeneratie en analyseprincipe van hoogspanningsreactoren
Hoogspanningsreactoren gebruiken olie en isolatiepapier voor isolatie. Tijdens normaal gebruik kan er lokale oververhitting of ontladingen optreden (bijv., kernen/spoelproblemen, tussenomwentelingsshortsluitingen), wat leidt tot scheuren in de isolatie en het produceren van gassen zoals koolwaterstoffen (methaan, etc.), CO, CO2, H2). Deze gassen weerspiegelen de interne isolatiestatus, waardoor real-time monitoring mogelijk is.
Voor gesloten olievulbare reactoren worden door isolatieveroudering en olieoxidatie continu (CO)/(CO2) geproduceerd. Hun concentraties stijgen met de tijd door accumulatie, dus een puur toename van (CO)/(CO2) kan geen fouten beoordelen. Maar de gasproductiesnelheid (gemiddelde dagelijkse gasopbrengst) helpt bij het onderscheiden van normale veroudering en fouten:
Hier: γa = absolute gasproductiesnelheid (mL/d); (Ci,2)/(Ci,1) = gasconcentraties van tweede/eerste monster (μL/L); Δt = daadwerkelijke bedrijfsinterval (d); m = totale olievolume (t); ρ = olierichtheid (t/m3).
1.2 Gasconcentratieanalysemethode voor hoogspanningsreactoren
Regelmatige oliechromatografietests volgen de olie-gasconcentraties op lange termijn, wat de isolatieveroudering/deterioratie weergeeft. Gebruik driefase-reactorgegevens voor wetenschappelijke analyse. Continue monitoring en berekening van de gasproductiesnelheid helpen bij het nauwkeurig identificeren van de isolatiestatus en het voorspellen van fouten.
2. Actueel geval
Tijdens een regelmatige inspectie van een hoogspanningsreactor (model: BKD - 16700/550 - 66) in een elektriciteitscentrale waren de CO-driefaseconcentraties 1089,08 μL/L (A), 1152,71 μL/L (B), 1338,24 μL/L (C); CO₂-driefagegevens: 4955,73 μL/L (A), 5431,25 μL/L (B), 6736,33 μL/L (C). Sommige waarden overschreden alarmdrempels (CO: 850 μL/L; CO₂: 5000 μL/L). Normale papieren isolatieveroudering en foutgeïnduceerde scheuren produceren beiden CO/CO₂. Vaste isolatieveroudering wordt weerspiegeld in opgeloste CO/CO₂ in olie, met onduidelijke grenzen/patronen. Om te bepalen of deze alarmniveaus normaal zijn, werden historische opgelostegastestrapporten geanalyseerd om gasproductietrends te identificeren en de huidige staat van de reactor te beoordelen.
2.1 Analyse van de CO- en CO₂-productiesnelheid in de reaktorolie
Jaarlijkse absolute CO-productiesnelheden staan in Tabel 1, met trends in Figuur 1. Jaarlijkse CO₂-snelheden staan in Tabel 2, met trends in Figuur 2.
2.2 Analyse van de gasincrementratio in de olie van een hoogspanningsreactor in een bepaalde elektriciteitscentrale
Met referentie aan de beoordeling van CO en CO2 in sectie 10.3 van de DL/T722-norm, wanneer wordt vermoed dat de vaste isolatiematerialen van de apparatuur verouderen, is meestal ; wanneer wordt vermoed dat de fout betrekking heeft op de vaste isolatiematerialen, CO2/CO < 3.
Er werden berekeningen gemaakt op basis van de jarenlange gegevens, en geen ervan was minder dan 3 of groter dan 7. Er was geen plotselinge verandering in de groeitrend, wat aangeeft dat er geen fout of veroudering was die vaste materialen betrof. De curve van de ratio van offline-gegevens van CO2/CO-gas over de afgelopen tijden is weergegeven in Figuur 3.
Volgens de Richtlijnen voor de analyse en beoordeling van opgeloste gassen in transformatorolie (DL/T722) worden de berekende incrementratiën van CO₂ en CO over de jaren en de gasproductiesnelheden beide binnen de standaardbereiken gehouden. Er treedt geen vaste isolatiefout of verouderingsverschijnsel op (de standaard voor de absolute gasproductiesnelheid van CO₂ is 200 mL/d, en voor CO is 100 mL/d).
2.3 Data-analyse
Alle gegevens voldoen aan de eisen van DL/T 596-2021.
Over 5 jaar (geen oliefiltratie) stegen de CO/CO₂-concentraties sneller vanwege hun accumulatie in een gesloten omgeving en hoge werktemperaturen (max 66°C), wat de oxidatie en scheuring van olie en isolatie versnelde. Er zijn geen interne fouten of isolatieveroudering.
3. Aanbevelingen
Door karakteristieke gassen te analyseren kunnen fouten en veroudering worden geïdentificeerd voor gerichte onderhoudsmaatregelen, waardoor de netstabiliteit wordt gewaarborgd. Voor langdurig reaktor O&M:
Controleer de afsluitingen (reactorlichaam, olieconservator) op langzame gasinhoudsgroei; vervang indien nodig.
Versterk de olie-monsterchromatografie: meet furfural/nitrogen-oxygen inhoud (voor filtratie) om olie- en papieroxidatie te beoordelen.
Voer oliefiltratie uit; volg post-filtratie-monsters.
Monitor de operaties voor overbelasting, kortstondige stroompieken en abnormale olie-temperatuurspieken.