De installatiekwaliteit van binnenshuis ladingsschakelaars heeft directe invloed op hun operationele veiligheid en levensduur. Het moet worden uitgevoerd met focus op vier kernprincipes: "veiligheidsbescherming, gestandaardiseerde bedrading, mechanische compatibiliteit en isolatieverzekering." Specifieke voorzorgsmaatregelen zijn als volgt:
1.Basisvoorbereiding en veiligheidsbescherming vóór de installatie: Controleer of het schakelaarmodel en -specificaties (bijv. nominale spanning, stroom) overeenkomen met de werkelijke verdelingsvereisten om te voorkomen dat een "schakelaar met lagere capaciteit wordt gebruikt voor een hogere belasting." Controleer de schakelaar op fysieke schade en zorg ervoor dat alle onderdelen (bijv. bedieningsmechanisme, fuselhouder) compleet en intact zijn. Controleer of isolerende delen (bijv. porseleinen isolatoren, isolerende barrières) geen scheuren hebben. De installatieomgeving moet aan de vereisten voldoen—blijf weg van vochtige, stoffige of corrosieve gassen. Zorg voor voldoende bedieningsruimte voor de kast (typisch ≥1.2m) en zorg ervoor dat er geen brandbare materialen in de buurt zijn. Het is essentieel om eerst de bovenstroomvoorziening af te sluiten en een bordje "Niet sluiten" op te hangen om werken onder spanning te voorkomen.

2.Streng naleven van mechanische installatiestandaarden: Bij het bevestigen van de kast, gebruik een waterpas om ervoor te zorgen dat de kast verticaal is uitgelijnd (afwijking ≤1,5‰) en stevig vastgemaakt is om trilling tijdens het gebruik te voorkomen die de bedrading kan losmaken. Verbindingsbouten tussen het schakelaarkoepel en de kast moeten gelijkmatig worden aangedraaid om ongelijke spanning te voorkomen die isolerende componenten kan beschadigen. Na de installatie van het bedieningsmechanisme (bijv. handvat, koppeling) moet een proefbediening worden uitgevoerd om glad en ongehinderd openen en sluiten te waarborgen. Bij sluiting moeten de bewegende en vaste contacten strak in contact staan (controleer de contactopening met een plaatjesmaat, typisch ≤0,1mm). Bij openstaan moet er een duidelijk "zichtbaar brekpunt" zijn om aan de veiligheidsisolatie-eisen te voldoen.

3.Zekerstellen van elektrische veiligheid tijdens het bedraden: Voordat u begint met bedraden, controleer de terminalmarkeringen op de schakelaar (bijv. "Lijn Invoer L," "Neutrale Uitgang N") om de juiste bedradingrichting te waarborgen en storingen door omgekeerde verbindingen te voorkomen. Het draaddiameter moet overeenkomen met de nominale stroom van de schakelaar (bijv. gebruik ≥16mm² koperdraad voor een 100A-schakelaar). Draadverbindingen moeten stevig worden gekrimpt en getind om slechte verbindingen en oververhitting te voorkomen. Terminalbouten moeten worden aangedraaid tot de gespecificeerde koppel (zie het producthandleiding; typisch 8–10 N·m voor een M8-bout) om vonken door lossering te voorkomen. Daarnaast moeten fase, neutraal en aarde apart worden geleid, met intacte isolatie om kruiscontacten tussen circuits te voorkomen. De aardingterminal moet betrouwbaar met de aarde verbonden zijn (aardweerstand ≤4Ω) om veiligheid bij lekkage te waarborgen.
4.Inspectie en documentatie na de installatie: Eerst voer een isolatietest uit met behulp van een megaohmmeter om de isolatieweerstand tussen fasen en van fase naar aarde te meten (isolatieweerstand ≥1000 MΩ voor 10kV-schakelaars, ≥0,5 MΩ voor laagspanningschakelaars) om isolatieproblemen uit te sluiten. Vervolgens voer een nulbelasting open/sluittest uit (typisch 3–5 operaties) om te observeren of de bediening normaal is en of er abnormale geluiden optreden. Na het passeren van alle controles, organiseer de installatiegegevens, waarbij het model van de schakelaar, de installatieplaats, testgegevens, etc., worden genoteerd voor toekomstig onderhoud. Voor hoogspanningsladingsschakelaars moeten ook deskundigen worden benaderd om een spanninghoudbaarheidstest uit te voeren om voldoening aan elektriciteitsvoorschriften te waarborgen.