Spanningsregeling van transformatoren kan worden bereikt door middel van belastingschakeling (OLTC) en onbelast schakelen:
Belastingspanningsregeling stelt de transformator in staat om zijn tappositie tijdens het bedrijf te veranderen, waardoor het spoelverhouding wordt aangepast om de spanning te reguleren. Er zijn twee methoden: regeling aan de lijn-einde en neutraal-punt regeling. Lijn-einderegeling betreft het plaatsen van de tap op het lijneinde van de hoogspanningswinding, terwijl neutraal-puntregeling de tap op het neutrale einde van de hoogspanningswinding plaatst. Neutraal-puntregeling vermindert de isolatie-eisen voor de tapwisselaar, biedt technische en economische voordelen, maar vereist dat het neutrale punt van de transformator tijdens het bedrijf stevig is aangesloten.
Onbelast spanningsregeling betreft het veranderen van de tappositie wanneer de transformator niet onder spanning staat of tijdens onderhoud, waarbij de spoelverhouding wordt aangepast om spanningsregeling te bereiken.
Tapwisselaars van transformatoren bevinden zich meestal aan de hoogspanningszijde, om de volgende redenen:
De hoogspanningswinding is meestal gewonden op de buitenste laag, waardoor tapverbindingen toegankelijker en gemakkelijker uitvoerbaar zijn.
De stroom aan de hoogspanningszijde is lager, wat kleinere geleiderdoorsnedes voor tapleidingen en schakelonderdelen mogelijk maakt, wat het ontwerp vereenvoudigt en het risico op slechte contacten vermindert.
In principe kunnen taps op beide windingen worden aangebracht, maar er is een economische en technische evaluatie nodig. Bijvoorbeeld, bij grote 500 kV stroomafname-transformatoren worden taps vaak op de 220 kV zijde geplaatst, terwijl de 500 kV winding vast blijft.