Eenfasige apparatuur verandert de draairichting van de motor door faserotering of inversie, wat een belangrijk middel is om flexibele controle over de apparatuur te bereiken. Hieronder volgt een gedetailleerde uitleg van dit proces en de specifieke toepassingen:
Het werkingsprincipe van een eenfasige motor is het gebruik van het wisselende magnetisch veld dat wordt opgewekt door een eenfasige wisselstroomvoeding om via de statorspoel een roterend magnetisch veld te induceren, waardoor de rotor in beweging wordt gezet. Eenfasige motoren hebben meestal één hoofdspoel en één startspoel, en vaak is er een startcondensator verbonden met de startspoel om een faseschuiving te produceren, waardoor de motor wordt gestart en gaat draaien.
Methode: In een eenfasige voeding worden de twee fasen van de wisselstroom gemarkeerd als "L" (levende draad) en "N" (neutrale draad). Door de verbindingen van de twee fasen, "L" en "N," om te wisselen, kan de draairichting van de motor worden veranderd.
Uitvoeringsstappen:
Schakel de voeding uit om veiligheid te waarborgen.
Vind de spoelterminals van de motor, meestal gemarkeerd met kleuren.
Wissel de verbindingen van de "L" en "N" fasen om.
Herstel de voeding en test de draairichting van de motor.
Methode: In eenfasige motoren worden startcondensatoren gebruikt om een gefaseverschoven magnetisch veld te genereren om de motor te starten en te laten draaien. Door de aansluitmethode van de startcondensator te veranderen, kan de draairichting van de motor worden gewijzigd.
Uitvoeringsstappen:
Schakel de voeding uit om veiligheid te waarborgen.
Vind de startcondensator van de motor.
Verander de aansluitmethode van de startcondensator, meestal betreft dit het verwisselen van de condensatorverbinding met de spoel.
Herstel de voeding en test de draairichting van de motor.