Een van de belangrijkste verschillen tussen een kortsluiting en een overbelasting is dat een kortsluiting optreedt door een fout tussen geleiders (lijn-naar-lijn) of tussen een geleider en aarde (lijn-naar-aarde), terwijl overbelasting verwijst naar een situatie waarin apparatuur meer stroom opneemt dan de ontworpen capaciteit van de energievoorziening.
Andere belangrijke verschillen tussen de twee worden uitgelegd in de vergelijkingsgrafiek hieronder.
De term "overbelasting" verwijst meestal naar een toestand in een schakeling of aangesloten apparaat. Een schakeling wordt als overbelast beschouwd wanneer de aangesloten belasting de ontworpen capaciteit overschrijdt. Overbelastingen komen meestal voort uit defecten in het apparaat of een foutieve schakelingsontwerp. Daarentegen ontstaat een kortsluiting wanneer blote metalen geleiders direct contact maken met elkaar, of wanneer de isolatie tussen geleiders faalt. Tijdens een kortsluiting daalt de weerstand bijna tot nul, waardoor een uiterst hoge stroom door het netwerk stroomt.
Definitie van Kortsluiting
Een kortsluiting is een elektrisch defect dat stroom langs een onbedoelde route laat stromen met zeer lage (of verwaarloosbare) weerstand. Dit resulteert in een enorme stroomsprong die de isolatie en componenten van elektrische apparatuur ernstig kan beschadigen. Kortsluitingen komen vaak voor wanneer twee live geleiders elkaar raken of wanneer de isolatie tussen geleiders afbreekt.

De grootte van de kortsluitstroom kan duizenden keren groter zijn dan de normale werkingsspanning. Op het foutsnoerdaal de spanning bijna tot nul, terwijl er een zeer hoge stroom door het systeem stroomt.
Kortsluitingen hebben verschillende schadelijke effecten op elektriciteitsnetwerken, waaronder:
Excessieve warmtegeneratie: De zware foutstroom produceert intense hitte, wat kan leiden tot branden of zelfs explosies.
Boogschade: Het vormen van elektrische bogen tijdens een kortsluiting kan zware schade aanveroorzaken aan componenten van het elektriciteitsnetwerk.
Systeeminstabiliteit: Kortsluitingen kunnen de stabiliteit van het elektriciteitsnetwerk verstoren, wat de continuïteit en betrouwbaarheid van de energievoorziening beïnvloedt.
Definitie van Overbelasting
Overbelasting treedt op wanneer een belasting groter dan de ontworpen of gerateerde capaciteit wordt opgelegd aan een energievoorziening of apparatuur. Tijdens een overbelasting daalt de spanning significant, maar valt niet naar nul. De stroom neemt toe boven de normale niveaus, hoewel deze aanzienlijk lager blijft dan de stroom tijdens een kortsluiting. Deze excessieve stroom leidt tot een toename van warmteopwekking, zoals beschreven door de wet van Joule (P = I²R), wat de temperatuur van geleiders en componenten verhoogt. Deze oververhitting kan leiden tot isolatieschade, apparaatdefecten of zelfs brandgevaar.

De overbelastingstoestand kan schade aanbrengen aan apparatuur van het elektriciteitsnetwerk. Bijvoorbeeld, als je een omvormer met een vermogen van 400 watt hebt: het aansluiten van een 800-watt belasting zal overbelasting veroorzaken, wat kan leiden tot oververhitting en apparaatdefecten.
Belangrijkste Verschillen tussen Kortsluiting en Overbelasting
Een kortsluiting treedt op wanneer de spanning op het foutsnoer bijna nul wordt, waardoor een uiterst grote stroom door de schakeling stroomt. In tegenstelling hiertoe treedt overbelasting op wanneer een belasting groter dan de ontworpen of veilige capaciteit van het systeem wordt aangesloten.
Bij een kortsluiting daalt de spanning op de foutslocatie bijna tot nul. Bij een overbelastingstoestand kan de spanning dalen door te veel vraag, maar het valt niet naar nul.
Tijdens een kortsluiting wordt de weerstand van het stroompad zeer laag (bijna nul), wat resulteert in een enorme stroomsprong. Bij een overbelasting is de stroom hoger dan normaal, maar aanzienlijk lager in vergelijking met de kortsluitstroom.
Een kortsluiting treedt doorgaans op wanneer de live (fase) en neutrale draden direct contact maken door isolatiefouten of per ongeluk bruggen. Overbelasting, daarentegen, treedt op wanneer te veel elektrische apparaten aan hetzelfde circuit of stopcontact worden aangesloten, waardoor de gerateerde capaciteit wordt overschreden.
Kortsluitstroom wordt voornamelijk geleverd door synchrone machines, waaronder synchrone generatoren, synchrone motoren en synchrone condensators.