1. Structuur en classificatie van bushings
De structuur en classificatie van bushings worden weergegeven in de onderstaande tabel:
| Volgnummer | Classificatiekenmerk | Categorie | |
| 1 | Hoofd isolatiestructuur | Capacitieve type | Resin-geïmpregneerd papier Olie-geïmpregneerd papier |
| Niet-capacitieve type | Gasisolatie Vloeistofisolatie Gietresine Composiet isolatie |
||
| 2 | Externe isolatiemateriaal | Porselein Silicone rubber |
|
| 3 | Vullingsmateriaal tussen condensator kern en externe isolatiesleeve | Oliegevuld type Gasgevuld type Geschuimd type Oliepasta type Olie-gas type |
|
| 4 | Toepassingsmedium | Olie-Olie Olie-Lucht Olie-SF₆ SF₆-Lucht SF₆-SF₆ |
|
| 5 | Toepassingsplaats | AC DC |
|
2. Selectieprincipes voor bushings
2.1 Basisselectieprincipes
2.1.1 De selectie van bushings moet voldoen aan de prestatiespecificaties van transformatoren, zoals: maximale apparatuursspanning, maximale werkingstroom, isolatieniveau en installatiemethoden, waarmee de relevante eisen voor veilig bedrijf van elektriciteitsnetwerken worden voldaan.
2.1.2 Bij de selectie van bushings moeten ook andere factoren worden meegewogen, zoals:
Werkomgeving: hoogte, verontreinigingsniveau, omgevingstemperatuur, werkdruk, inrichting;
Transformatorstructuur: uitvoeringsmethode, bushing-installatiemethode, totale installatiehoogte met stroomtransformatoren;
Bushingstructuur: stroomvoerende methode, interne isolatievorm (oliegedrenkte papier of harsgedrenkte papier), externe isolatiehuls (porselein of siliconerubber);
Bushingleverancier, veiligheid en betrouwbaarheid, operationele prestaties en andere factoren.
2.1.3 Het isolatieniveau van bushings moet hoger zijn dan dat van het transformatorlichaam.
2.2 Selectie op basis van het ingestelde spanningniveau van de transformator
2.2.1 Wanneer de ingestelde spanning van bushings 40,5 kV overschrijdt, dient de hoofdisolatiestructuur van bushings vooral een condensatortype te zijn.
2.2.2 Wanneer de ingestelde spanning van bushings 40,5 kV niet overschrijdt, kan de hoofdisolatiestructuur van bushings afhankelijk van specifieke omstandigheden zowel zuiver porseleinen (compositietype) als condensatortype zijn.
2.3 Selectie op basis van de stroomvoerende methode van bushings
2.3.1 Wanneer de ingestelde stroom van bushings minder is dan 630 A, dient de stroomvoerende methode vooral van het doorvoertype te zijn.
2.3.2 Wanneer de ingestelde stroom van bushings ten minste 630 A of de spanning ten minste 220 kV bedraagt, dient de stroomvoerende methode vooral van het geleiderschafttype te zijn.
2.4 Selectie op basis van de bedrijfsomstandigheden van de transformator
2.4.1 Wanneer de locatie van de transformator normale omgevingsomstandigheden heeft, dient men direct standaardspecificatie bushings van de bushingleverancier te selecteren.
2.4.2 Wanneer de locatie van de transformator boven 1000 m hoogte ligt, dienen bushings te worden geselecteerd met externe isolatiedimensies die volgens GB/T4109 zijn gekalibreerd. Voor delen van bushings die in olie of SF6-medium zijn ondergedompeld, hebben de doorbraakveldensterkte en de bliksemovergangsspanning geen invloed van de hoogte, dus de isolatieafstanden vereisen geen kalibratie.
Het interne isolatieniveau van bushings is onafhankelijk van hoogte-effecten en vereist geen kalibratie. (Opmerking: Vanwege beperkingen van de doorbraaksterkte en bliksemovergangsspanning in de ondergedompelde mediumdelen, kunnen bushings die in hooggelegen gebieden worden gebruikt, niet worden getest op lagere hoogtes om te bevestigen of de vergrote boogafstand voldoende is. Daarom moeten bushingleveranciers aantonen dat de vergrote externe isolatieboogafstand van bushings toereikend is.)
2.4.3 De maximale fase-spanning van elektriciteitsnetwerksystemen kan Um/√3 overschrijden. Wanneer deze omstandigheid binnen elk 24-uursperiode maximaal 8 uur cumulatief en jaarlijks 125 uur wordt overschreden, moeten bushings kunnen werken bij de volgende spanningwaarden:

Voor systemen waarbij de bedrijfsspanning de hierboven genoemde waarden kan overschrijden, dient men bushings met hogere Um-waarden te selecteren.
2.4.4 Voor transformatoren met hogere seismische prestatie-eisen, worden droge bushings aanbevolen.
2.5 Selectie op basis van het type isolatiemedium van de transformator
2.5.1 Wanneer het interne isolatiemedium van de transformator transformatorolie gebruikt en extern rechtstreeks verbonden is met overlandse lijnen, dient men bushings met olie-luchtstructuur te selecteren.
2.5.2 Wanneer het interne isolatiemedium van de transformator transformatorolie gebruikt en extern rechtstreeks verbonden is met GIS, dient men droge bushings met olie-SF6-structuur te selecteren.
2.5.3 Wanneer het interne isolatiemedium van de transformator SF6-gas gebruikt en de externe isolatie lucht is, dient men droge bushings met SF6-luchtstructuur te selecteren.
2.5.4 Wanneer zowel het interne als externe isolatiemiddel van de transformator transformatorolie gebruikt, dient men bushings met olie-oliestructuur te selecteren.
2.6 Selectie voor toepassingen in omzettertransformatorkleppen
Voor wisselstroom-/gelijkstroombushings aan de klepzijde, worden bushings van het type harsgedrenkt papier of bushings gevuld met SF6-oliepapiercapacitance aanbevolen.
2.7 Selectie voor toepassingen in oliegedrenkte gelijkrichters
Voor oliegedrenkte gelijkrichters, worden bushings van het type harsgedrenkt papier of bushings gevuld met SF6-oliepapiercapacitance aan de klephallenzijde aanbevolen.
2.8 Selectie voor toepassingen met online monitoring
Bij de implementatie van online monitoring voor bushings, dient men bushings met spanningstappen te selecteren.