1. Vervanging van zekers
Zekers in gebruik moeten regelmatig worden geïnspecteerd. De inspectie omvat de volgende punten:
De belastingstroom moet overeenkomen met de toegestane stroomsterkte van het zekerlement.
Voor zekers die zijn uitgerust met een zekerblown indicator, controleer of de indicator is geactiveerd.
Controleer de geleiders, aansluitpunten en de zeker zelf op oververhitting; zorg ervoor dat de aansluitingen stevig vastzitten en goed contact maken.
Inspecteer de buitenkant van de zeker op scheuren, verontreiniging of tekenen van booging/ontlading.
Luister naar eventuele interne ontladingsgeluiden binnen de zeker.
Bij het vinden van afwijkingen tijdens de inspectie moeten deze onmiddellijk worden gecorrigeerd om veilige en betrouwbare werking van de zeker te garanderen.
2. Veiligheidsmaatregelen bij vervangen van zekerlementen
Nadat een zekerlement is doorgebrand, moet eerst de oorzaak worden vastgesteld en de fout worden hersteld voordat het wordt vervangen. De oorzaak - kortsluiting of overbelasting - kan worden bepaald door de staat van de doorgebrande zeker te onderzoeken.
Aanduiding van overbelasting:
Weinig tot geen hoorbaar geluid bij het doorbranden; het zekerlement smelt slechts op één of twee plaatsen. Bij gestapeld sectiezekers smelt alleen de smalle sectie. Geen verschroeien of branden binnen de zekerbuis.
Aanduiding van kortsluiting:
Luide explosie bij het doorbranden; uitgebreid smelten of fragmentatie van het zekerlement; zichtbare verschroeien of branden binnen de zekerbuis.
Zodra de oorzaak is vastgesteld, moet de fout worden gelokaliseerd en geëlimineerd.
Bij het vervangen van het zekerlement:
Kies een vervanger met specificaties die overeenkomen met de belastingskenmerken en de stroomkringstroom.
Sluit altijd de stroomkring af voordat u de zeker vervangt om elektrische schokken te voorkomen.