Dit hulpmiddel berekent de schijnbare vermogen (S) in een elektrisch circuit op basis van spanning, stroom en cosinus phi. Het ondersteunt ook berekeningen met behulp van weerstand, impedantie of blind vermogen, afhankelijk van de beschikbare gegevens.
Schijnbaar vermogen is de vector som van actief en blind vermogen:
S = √(P² + Q²)
Waarbij:
- S = Schijnbaar vermogen (VA)
- P = Actief vermogen (W)
- Q = Blind vermogen (VAR)
Alternatief:
S = V × I × √3 (voor driefase-systemen)
S = V × I (voor éénfase-systemen)
Invoerparameters:
• Stroomtype – Selecteer het type elektrische stroom:
- Gelijkstroom (DC): Constante stroom van positieve naar negatieve pool.
- Wisselstroom (AC):
- Éénfase: Eén faseleider en één neutrale leiding.
- Tweefase: Twee faseleiders.
- Driefase: Drie faseleiders (driedraads of vierdraads met neutrale leiding).
• Spanning – Elektrisch potentiaalverschil tussen twee punten.
- Voor éénfase: Voer fase-neutrale spanning in.
- Voor tweefase of driefase: Voer fase-fase spanning in.
• Stroom – Stroming van elektrische lading door een materiaal (A).
• Actief vermogen (P) – Echt vermogen dat wordt verbruikt door de belasting (W).
• Blind vermogen (Q) – Vermogen dat oscilleert in reactieve componenten (spoelen/condensatoren) zonder werk te verrichten (VAR).
• Cosinus phi (cos φ) – Verhouding van actief vermogen tot schijnbaar vermogen.
- Waarde tussen 0 en 1.
- cos φ = φ = fasehoek tussen spanning en stroom.
• Weerstand (R) – Tegenstand tegen gelijkstroomstroom (Ω).
• Impedantie (Z) – Totale tegenstand tegen wisselstroomstroom, inclusief weerstand en reactantie (Ω).
Opmerking: U hoeft slechts twee bekende waarden in te voeren om de rest te berekenen. Het hulpmiddel zal automatisch de ontbrekende parameters berekenen.