Algemene problemen en oplossingen voor OVB (Overvoltage Beveiligingsapparatuur) in praktische toepassingen
OVB's (Overvoltage Beveiligingsapparatuur) komen vaak tegen met verschillende algemene problemen in de praktijk:
De maximale continue werkingsspanning (Uc) is lager dan de hoogste mogelijke werkingsspanning van het elektriciteitsnet;
Het spanningbeschermingsniveau (Up) overschrijdt de impulsbestendigheidsspanning (Uw) van het te beschermen apparaat;
Onjuiste energiecoördinatie tussen meerdere OVB's (bijvoorbeeld, gebrek aan coördinatie of verkeerde stadia);
OVB's zijn gedegradeerd (bijvoorbeeld, statusindicatorvenster heeft van kleur veranderd, externe alarmfunctie is geactiveerd) of zichtbaar beschadigd (bijvoorbeeld, verbrand, gescheurd) maar niet tijdig vervangen;
OVB's zijn niet daadwerkelijk geïnstalleerd in kritieke distributiepanelen (bijvoorbeeld, hoofdschakelkast, sub-distributiepaneel, voorkant van apparatuur), terwijl het inspectierapport vals aangeeft dat ze wel zijn (vals installatie);
Het doorsnijdingsoppervlak van de OVB-aardinggeleider is onvoldoende (≥16mm² voor Type I, ≥10mm² voor Type II, ≥4mm² voor Type III, kopergeleider);
Er is geen geschikt back-upbeveiligingsapparaat (bijvoorbeeld, zekering of schakelaar) geïnstalleerd stroomopwaarts van de OVB.
Deze problemen kunnen leiden tot ernstige gevolgen:
OVB kan overspanningen niet effectief onderdrukken, wat resulteert in apparaatuitval en -schade;
Gedegrenerde OVB's kunnen kortsluitingen veroorzaken die leiden tot brand;
Te kleine aardinggeleiders kunnen smelten tijdens de afvoer van stroompieken, wat veiligheidsongevallen kan veroorzaken;
Zonder back-upbeveiligingsapparaat kan een kortsluiting in de OVB een elektrische brand veroorzaken.
Om de effectiviteit en veiligheid van OVB's te waarborgen, moeten de volgende maatregelen worden genomen:
Selecteer OVB's strikt op basis van de spanningbestendigheidsclassificatie van het te beschermen apparaat en de installatielocatie (bijvoorbeeld, bliksembeschermingszones LPZ0–1, LPZ1–2), en zorg voor juiste energiecoördinatie tussen de OVB-stadia;
Installeer OVB's zo dicht mogelijk bij de stroominvoer van het te beschermen apparaat;
Geef de voorkeur aan OVB's die zijn uitgerust met statusindicatoren of externe alarmfuncties;
Stel een regelmatig inspectie- en tijdige vervangingsprogramma voor OVB's op;
Controleer streng de specificaties van aardinggeleiders en zorg voor betrouwbare verbindingen;
Installeer altijd code-compatibele back-upbeveiligingsapparaten stroomopwaarts van OVB's.