1 Spannings- en vermogensniveaus
Lage-spanningsverdelingsruimte: Verwijst meestal naar verdelingssystemen die op 1000V of lager werken, met de nadruk op ruimtes van 400V die worden gevoed door transformatoren van 10kV of 35kV. Het heeft een relatief klein vermogen en is voornamelijk verantwoordelijk voor het distribueren van elektriciteit naar eindgebruikers, huishoudens en rechtstreeks verbonden apparatuur.
Hoge-spanningsverdelingsruimte: Omvat verdelingssystemen met hogere spanningniveaus, meestal 6kV tot 10kV. Het heeft een groter vermogen en beheert de energiedistributie over bredere gebieden.
2 Toepassingen en functies
Lage-spanningsverdelingsruimte: Wijdverspreid in gebruik bij industriële ondernemingen, openbare gebouwen en wooncomplexen, waarbij de kernfunctie is om elektriciteit van hoge-spanningstransformatoren te verzenden naar diverse eindapparaten. Met een eenvoudige structuur, lager vermogen en gereduceerde stroomdichtheid zorgt het voor een hoge leveringsbetrouwbaarheid en vormt het een cruciaal onderdeel van het energienetwerk.
Hoge-spanningsverdelingsruimte: Meestal aangetroffen in transformatorstations of industriële energiedistributiesystemen, waar de primaire functie is om hoge-spanningselectriciteit om te zetten naar lage spanning voor industrieel of residentieel gebruik. Het huisvest diverse apparatuur, waaronder transformatoren, schakelkasten en meetinstrumenten, om controle, bescherming, meting en monitoring uit te voeren.
3 Apparaateigenschappen en veiligheid
Lage-spanningsverdelingsruimte: Hoewel de spanning relatief laag is (wat de risico's op elektrische schokken vermindert), blijven er gevaren bestaan, zoals slechte contacten in het circuit of verouderde apparatuur, wat kan leiden tot kortsluiting of lekkage. Om de veiligheid te waarborgen, moeten werknemers nog steeds beschermende uitrusting gebruiken, zoals geïsoleerde laarzen.
Hoge-spanningsverdelingsruimte: Kenmerkt zich door veiligheid, betrouwbaarheid, milieu-adaptabiliteit en energie-efficiëntie, waardoor de netstructuur wordt geoptimaliseerd, vermogensverlies wordt verminderd en de kwaliteit van de stroom wordt verbeterd, wat efficiënte energiegebruik mogelijk maakt. Bovendien functioneert het stabiel zelfs in extreme omstandigheden, waardoor een betrouwbare stroomvoorziening wordt gegarandeerd.
4 Andere onderscheidingen
Spanningsomzetting: Lage-spanningsverdelingsruimten integreren voornamelijk lokale inkomende schakelkasten voor energiedistributie, zonder spanningsomzetting. In tegenstelling daarmee behandelen hoge-spanningsruimten de ontvangst van hoge-spanningselectriciteit en de omzetting naar lage spanning, met inbegrip van ingang- en uitgangsmoederschakelaars.
Onderhoud en beheer: Beide zijn essentieel voor de stabiliteit van de stroomvoorziening en vereisen streng onderhoud en beheer. Regelmatige preventieve tests en inspecties zijn nodig om ervoor te zorgen dat de apparatuur normaal functioneert en de stroomvoorziening stabiel blijft.
Samengevat verschillen lage- en hoge-spanningsverdelingsruimten significant in spanningniveaus, vermogenscapaciteit, toepassingen, functies, apparaateigenschappen en veiligheidskenmerken. Deze onderscheidingen stellen hen in staat om unieke rollen in het energienetwerk te vervullen, waarmee ze samen een stabiele elektriciteitsvoorziening ondersteunen.