I. Toegestane werkomstandigheden voor stroomtransformatoren
Nominale uitvoercapaciteit: Stroomtransformatoren (CT's) moeten binnen de op het naamplaatje aangegeven nominale uitvoercapaciteit werken. Werken buiten deze specificatie vermindert de nauwkeurigheid, vergroot meetfouten en veroorzaakt onnauwkeurige meterstanden, vergelijkbaar met spanningstransformatoren.
Primair zijde stroom: De primaire stroom mag continu tot 1,1 keer de nominale stroom werken. Langdurige overbelasting verhoogt meetfouten en kan de windingen oververhitten of beschadigen. De secundaire stroom van een CT is meestal 5 A of 1 A (meestal 5 A). Tijdens normaal gebruik werkt de secundaire kring bijna in kortsluitingstoestand.
De secundaire kring mag nooit openstaan tijdens bedrijf: Een open secundaire kring terwijl de CT geënergiseerd is, zal gevaarlijk hoge spanningen induceren, wat apparatuur en personeel in gevaar brengt. Als de secundaire kring moet worden onderbroken (bijvoorbeeld voor het verwijderen van een meter), moeten de secundaire aansluitingen eerst veilig worden gesloten met behulp van een kortsluitkoppeling.
De secundaire winding en kern moeten stevig aangesloten zijn op aarde: Dit voorkomt het overdragen van hoge spanningen van de primaire naar de secundaire zijde in geval van isolatiefouten tussen de windingen.
De secundaire belastingimpedantie mag de nominale waarde niet overschrijden: Om de meetnauwkeurigheid te garanderen, moet de verbonden belasting binnen de nominale impedantie liggen.
Bij het aansluiten moet rekening worden gehouden met de terminalpolariteit: Tijdens installatie en aansluiting moet de juiste polariteit worden aangehouden.
Nooit de secundaire circuits van CT's en VT's met elkaar verbinden: Het verbinden van een secundaire CT met een secundaire VT kan de CT effectief openlaten, waardoor er een gevaarlijke hoge spanning ontstaat.
Veiligheid tijdens werkzaamheden: Bij uitvoering van werkzaamheden moet een gekwalificeerde toezichthouder aanwezig zijn. Geïsoleerde gereedschappen moeten worden gebruikt en het personeel moet staan op een isolerend mat.
II. Regelmatige inspectie van stroomtransformatoren in gebruik
Inspecteer porseleinen isolatoren op reinheid, afwezigheid van schade, barsten of ontlaadsporen.
Controleer of het oliveau normaal is, de oliekleur helder is en niet donker, zonder sporen van lekkage of sijpeling.
Luister naar afwijkende geluiden of detecteer eventuele brandlucht van de CT.
Inspecteer primaire leidingaansluitingen op vastheid, zorg ervoor dat er geen losse bouten zijn of tekenen van oververhitting.
Controleer of de aarding van de secundaire winding intact is, stevig aangesloten en vrij van losse of gebroken delen.
Controleer of de terminaldoos schoon, droog en vrij van vocht is; zorg ervoor dat de secundaire terminals goed contact maken, zonder open circuits, boogontladingen of vonken.