Wat is elektrische stroom?
Definitie van stroom
In de elektromagnetisme wordt de hoeveelheid elektriciteit die in eenheidstijd door elke doorsnede van de geleider loopt, de stroomsterkte genoemd, kortweg stroom. Het symbool voor stroom is I, en de eenheid is ampère, afgekort als "A".
Oorzaak van het ontstaan van stroom
Een stroom ontstaat wanneer vrije ladingen in een geleider zich onder invloed van een elektrisch veldkracht in een bepaalde richting bewegen.
Richting van de stroom
De richting van de geordende stroom van positieve ladingen wordt gedefinieerd als de richting van de stroom in de elektriciteit.
Uitdrukking van stroom
Het verhoudingsgetal van de hoeveelheid lading Q die door een doorsnede van een geleider gaat, tot de tijd t die deze ladingen doorgaan, wordt de stroom genoemd, ook wel stroomsterkte. Dus I=Q/t Als er in 1 seconde 1 coulomb (C) lading door een doorsnede van een geleider gaat, is de stroom in de geleider 1 ampère (A).
Drie effecten van elektrische stroom
Thermisch effect: het verwarmingsverschijnsel wanneer een geleider onder stroom staat, wordt het thermisch effect van de stroom genoemd.
Magnetisch effect: Oersted ontdekte dat elke draad met stroom een magnetisch veld kan genereren in zijn omgeving, wat het magnetisch effect van de stroom wordt genoemd.
Chemisch effect: Door de deelname van ionen in de stroom verandert de stof, en dit effect wordt het chemisch effect van de stroom genoemd.
Classificatie
Wisselstroom
De grootte en richting van de stroom veranderen periodiek. Wisselstroom wordt breed gebruikt in het huishouden en industriële productie, en zowel de thuisspanning van 220V als de algemene industriële spanning van 380V zijn gevaarlijke spanningen.
Gelijkstroom
De richting verandert niet met de tijd. Gelijkstroom wordt over het algemeen breed toegepast in allerlei kleine apparaten, omdat de voedingsspanning van deze apparaten niet boven de 24V uitkomt, waardoor het een veilige voeding is.
Stroomformule
Het verband tussen stroom, spanning en weerstand.
Het verband tussen stroom, vermogen en spanning.
Het verband tussen stroom, vermogen en weerstand.
Meetinstrument: Ammeter
Gebruik
Bij het aansluiten van een wisselstroom ammeter moet deze in serie worden aangesloten in het circuit en mag de gemeten stroom de bereik van de ammeter niet overschrijden, en moet voor gebruik nul worden gekalibreerd. Bij het aansluiten van een gelijkstroom ammeter, dient op de positieve en negatieve polariteit te worden gelet, de positieve draad van de ammeter moet naar de richting van de werkelijke stroom (het positieve pool van de voeding, dat wil zeggen, het hoge potentiaalpunt), en de negatieve draad van de ammeter moet naar de richting van de werkelijke stroomuitgang (het negatieve pool van de voeding, dat wil zeggen, het lage potentiaalpunt).
In vergelijking met wisselstroom meters hebben gelijkstroom meters een eenvoudigere structuur, hogere meetnauwkeurigheid en kleinere afmetingen.