De specifieke procedure voor het aansluiten van wisselstroomcondensatoren kan worden aangepast aan verschillende toepassings scenario's. Bijvoorbeeld, in wisselstroomfiltercircuits is de aansluitprocedure als volgt:
Basisstructuur: Het bedradingsschema van de wisselstroomfiltercondensator bestaat uit een condensator en andere schakelelementen. De twee uiteinden van de condensator zijn verbonden met de positieve en negatieve zijden van de wisselstroomvoeding, terwijl de andere schakelelementen zijn verbonden met de twee uiteinden van de condensator.
Werkingsprincipe: Wanneer de wisselstroomvoeding wordt ingeschakeld, laadt en ontladt de condensator stroom. Tijdens de positieve helft van de voeding laadt de condensator op en absorbeert elektrische energie uit de voeding. Tijdens de negatieve helft van de voeding ontladt de condensator, waardoor de opgeslagen energie in het circuit wordt vrijgegeven. Dit proces van laden en ontladen kan de stroom in het wisselstroomcircuit effectief glad maken en de stroomfluctuaties en ruis verminderen.
Daarnaast heeft bij de installatie van specifieke apparatuur zoals ballasts, het aansluiten van wisselstroomcondensatoren ook specifieke eisen:
Bevestig voordat u installeert: Voordat de installatie is voltooid en de stroom is ingeschakeld, bevestig nogmaals dat de bedrading correct is, en controleer of de spanning en frequentie van de gebruikte lijn correct zijn; zorg ervoor dat de modellen van de veuzen, condensatoren (inclusief bleedresistors) en metalhalidelampen die worden gebruikt, correct zijn en dat de parameters voldoen aan de voorschriften.
Kies de juiste condensator: Zorg ervoor dat er hoogwaardige ontploffingveilige gemetalliseerde polypropyleen-dielektrische wisselstroomcondensatoren (zoals OSRAM JLC-serie series metalhalidelamp passende condensatoren) worden gekozen, en dat de omgevingstemperatuur tussen -40 en 100°C ligt.
Installatieplaats: De condensator moet zo ver mogelijk van de balans weg worden geïnstalleerd (minimaal 10 cm afstand wordt aanbevolen), en zorg ervoor dat de omgevingstemperatuur van de condensator niet boven de aangegeven toegestane temperatuur uitkomt. Het wordt aanbevolen om de condensator samen met de gloeilamp te vervangen.
Veiligheidsmaatregelen: Installeer op een plaats die voldoet aan veiligheidsnormen, heeft goede warmteafgifte, ventilatie en weerbestendigheid, en gebruik elektriciteitskasten; alle leidingen mogen niet dicht bij de balans komen. Als de lamp dit beperkt, moeten de leidingen door glasvezel zelfblusbuizen met spanning (≥2000V) en hoge temperatuur (≥200°C) worden geïsoleerd van de balans. Alle aansluitingen, aarding van de lampenkap, waterdichte sieringen, enz. moeten stevig worden geïnstalleerd, en er mag geen losse verbindingen zijn.