Een van de belangrijkste verschillen tussen een transducer en een inverse transducer is dat een transducer een niet-elektrische hoeveelheid omzet in een elektrische hoeveelheid, terwijl een inverse transducer een elektrische hoeveelheid omzet in een niet-elektrische hoeveelheid. Andere verschillen tussen de twee zijn samengevat in het vergelijkingsdiagram hieronder.
De controle van fysieke grootheden zoals stroom, snelheid, positie, snelheid, temperatuur en druk is afhankelijk van de nauwkeurige meting van deze grootheden. In eenvoudige termen is effectieve controle alleen mogelijk wanneer deze fysieke parameters precies worden gemeten.
Om fysieke grootheden te meten, is het essentieel om ze om te zetten in elektrische signalen, wat wordt bereikt door gebruik te maken van een transducer. Bijvoorbeeld, in een servomechanisme wordt de positie van een as gecontroleerd door haar positie nauwkeurig te meten.
Vergelijkingsdiagram
Definitie van Transducer
Een transducer is een apparaat dat fysieke grootheden, zoals druk, helderheid en verschuiving, omzet in elektrische signalen. Dit conversieproces staat bekend als transductie.
Voorbeelden: Een thermokoppel zet temperatuur om in een kleine spanning, en een LVDT (Lineaire Variabele Differentiële Transformatie) wordt gebruikt om verschuiving te meten.
Definitie van Inverse Transducer
Een inverse transducer zet een elektrische hoeveelheid om in een niet-elektrische hoeveelheid. Met andere woorden, het fungeert als een actuator met een elektrische ingang en een niet-elektrische uitgang.
Voorbeelden: Analog ammeters en voltmeters zetten stroom of spanning om in mechanische verschuiving. Een oscilloscoop zet elektrische signalen om in zichtbare fysieke afwijking op een scherm.
Belangrijkste Verschillen Tussen Transducer en Inverse Transducer
Een transducer zet een niet-elektrische hoeveelheid om in een elektrische hoeveelheid, terwijl een inverse transducer een elektrische hoeveelheid omzet in een niet-elektrische hoeveelheid.
De ingang van een transducer is een niet-elektrische hoeveelheid, terwijl de ingang van een inverse transducer een elektrische hoeveelheid is.
De uitgang van een transducer is een elektrische hoeveelheid, terwijl de uitgang van een inverse transducer een niet-elektrische hoeveelheid is.
Voorbeelden van transducers zijn fotoconductieve cellen, thermokoppels en druk sensoren. Voorbeelden van inverse transducers zijn piezoelektrische actuators en stroomdragende geleiders die in een magnetisch veld worden geplaatst.
Conclusie
Een transducer zet een fysieke hoeveelheid om in een elektrische hoeveelheid, terwijl een inverse transducer een elektrische hoeveelheid omzet in een fysieke hoeveelheid.