
Deze test wordt meestal uitgevoerd op geannealeerde koperdraden, aluminiumdraden voor laskabels en massieve geleiders van elektriciteitskabels. De stroomvoerende geleiders van krachtstroomkabels worden tijdens het leggen en installeren gebogen en gedraaid, dus moeten ze flexibel genoeg zijn om elke gewenste bocht of draai zonder breken of barsten te doorstaan. De annealing test voor draden en geleiders wordt uitgevoerd om de duurzaamheid van de geleider tijdens buigen en draaien te bevestigen.
Een monster van de geleider van de kabel wordt genomen. Het monster moet ten minste de gespecificeerde lengte hebben, dat is de gemeten lengte van die geleider waarop het testresultaat wordt bepaald. De totale lengte van het monster moet zijn lengte plus de lengtes aan beide einden zijn, die worden gebruikt om het monster vast te houden met de grepen van de trekproefmachine.
Voor dit doel wordt een trekproefmachine gebruikt. De trekproefmachine is automatisch en heeft de capaciteit om aan de eisen van deze test te voldoen, inclusief de snelheid waarmee de grepen worden gescheiden zoals gespecificeerd. De grepen moeten zo zijn dat ze het testmonster stevig vasthouden. Voor deze test is ook een platvlakse micrometer met een schaalverdeling van ten minste 0,01 mm en een meetlat met een kleinste schaalverdeling van 1 mm nodig. Slechts één monster van het testmateriaal is vereist om deze test uit te voeren. Bovendien hoeft het monster niet vooraf te worden voorbereid. Nadat het monster tussen de grepen van de machine is vastgezet, wordt de trekspanning geleidelijk en uniform toegepast, wat betekent dat de afstand tussen de grepen geleidelijk en uniform wordt vergroot totdat de geleider breekt. De snelheid van de uitzetting van het monster, d.w.z. de snelheid waarmee de afstand tussen de grepen van de machine toeneemt, mag niet meer dan 100 mm per minuut bedragen.
De uitzetting wordt gemeten op de lengte van het monster na het samenvoegen van de gebroken einden. De uitzetting wordt uitgedrukt als een percentage van de oorspronkelijke lengte van het monster. De belangrijkste observatie van de annealing test voor draden en geleiders is of het monster voldoet aan de gespecificeerde maximale toegestane uitzetting of niet. Een platvlakse micrometer met een schaalverdeling van ten minste 0,01 mm wordt gebruikt om de diameter van het in de test gebruikte monster te meten.
Als L de lengte van het monster is en L’ de lengte van het hele monster is na het breken door uitzetting, dan zou de procentuele uitzetting worden uitgedrukt als
Diameter van ronde draad in mm |
Grootte van gevormde massieve geleider in mm2 |
Oorspronkelijke lengte, L in mm |
Lengte na breuk, L’ in mm |
Uitzetting (L’ – L) in mm |
– |
– |
– |
– |
– |
– |
– |
– |
– |
– |

Waarbij, L = oorspronkelijke lengte van het monster
en L’ = verlengde lengte van het monster
Rapport