Wat zijn de kenmerken van een sensor?
Sensordefinitie
Een sensor wordt gedefinieerd als een apparaat dat fysieke input uit de omgeving detecteert en erop reageert, en deze omzet in een leesbaar output.
Sensorkenmerken
Invoekenmerken
Overdrachtskenmerken
Uitvoerkenmerken
Bereik en spanningsbreedte
Het bereik is de meetlimieten van de sensor, terwijl de spanningsbreedte het verschil is tussen de maximale en minimale waarden die het kan meten.
Nauwkeurigheid versus precisie
Nauwkeurigheid is de mate van overeenstemming met de ware waarde, terwijl precisie de mate is waarin herhaalde metingen bij elkaar in de buurt liggen.

Gevoeligheid
Gevoeligheid is de verandering in de sensoroutput ten opzichte van de verandering in de input.
Lineariteit en hysteresis
Lineariteit is de consistentie van sensormetingen met een ideale kromme, en hysteresis is het verschil in output wanneer de input op twee manieren wordt gevarieerd.

