Laagspannings (LV) systemen verwijzen in het algemeen naar elektrische systemen met werkingsspanningen onder de 1000 volt (V) wisselstroom of 1500 volt gelijkstroom. Hoewel laagspanningssystemen veiliger zijn dan hoogspanningssystemen, bestaan er enkele potentiële gevaren. Het begrijpen van deze risicofactoren kan u helpen preventieve maatregelen te nemen om mensen en apparatuur veilig te houden. Hieronder staan de meest voorkomende oorzaken van gevaar in laagspanningssystemen:
Elektrische verwondingen
Elektrische schok: Direct contact met een live geleider of apparaat kan leiden tot een elektrische schok. Zelfs laagspanningssystemen kunnen ernstige elektrische schade aan het lichaam veroorzaken. Indirect contact, zoals contact met metalen delen van beschadigde isolatie, kan ook een elektrische schok veroorzaken.
Bogen: Hoewel minder frequent dan in hoogspanningssystemen, kunnen bogen in laagspanningssystemen nog steeds optreden, vooral wanneer apparatuur oud is of onjuist wordt onderhouden.
Bogen kunnen hoge temperaturen, felle lichten en explosieve geluiden produceren die ernstige brandwonden en andere verwondingen kunnen veroorzaken.
Apparaatdefecten
Kortsluiting: Een kortsluiting treedt op wanneer de stroom de belasting omzeilt en direct van het ene eind van de energiebron naar het andere eind loopt. Dit kan schade aan het apparaat veroorzaken en zelfs een brand veroorzaken.
Overbelasting: Overbelasting treedt op wanneer elektrisch apparaat of lijnen meer stroom vervoeren dan hun nominale stroom. Overbelasting kan ertoe leiden dat apparatuur oververhit raakt en zelfs een elektrische brand veroorzaakt.
Onjuist onderhoud
Isolatiestoring: Veroudering of beschadiging van isolatiematerialen kan live delen blootstellen en het risico op elektrische schokken verhogen. Foute bedrading of losse verbindingen kunnen ook leiden tot isolatiestoringen.
Slechte aarding: Onvoldoende of onjuiste aarding (aarding) kan ertoe leiden dat de stroom niet efficiënt naar de aarde loopt, waardoor het risico op elektrische schokken toeneemt.
Ontbreken van veiligheidsbewustzijn
Ontbreken van training en kennis: Werknemers die niet goed getraind zijn of de elektrische veiligheidsvoorschriften niet begrijpen, kunnen per ongeluk ongevallen veroorzaken.
Negeren van veiligheidsprocedures: Het negeren van Lockout/Tagout-procedures of andere veiligheidsmaatregelen kan leiden tot onbedoelde activering van apparatuur, wat ongevallen kan veroorzaken.
Omgevingsfactoren
Vochtige omgeving: In een vochtige omgeving is elektrisch apparaat vatbaarder voor kortsluitingen of lekkages. Vocht kan de isolatie-eigenschappen verminderen en het risico op elektrische schokken verhogen.
Fysieke schade: Externe factoren zoals mechanische schokken of trillingen kunnen leiden tot gebroken draden of beschadigd apparaat, wat elektrische storingen kan veroorzaken.
Andere factoren
Oververhitting: De omgevingstemperatuur kan elektrisch apparaat oververhitten, wat een brand kan veroorzaken.
Onjuiste accessoires: Het gebruik van onjuiste elektrische accessoires, zoals slecht passende zekeringen of circuitbrekers, kan ertoe leiden dat apparatuur defect raakt of oververhit.
Het begrijpen van deze potentiële gevaren in laagspanningssystemen en het nemen van passende voorzorgsmaatregelen (zoals regelmatig onderhoud, training van medewerkers, het volgen van veiligheidsprocedures, enz.) kan de kans op ongevallen aanzienlijk verminderen en mensen en eigendommen beschermen.