Hoe gebruik je een digitale multimeter?
Definitie van een digitale multimeter
Een digitale multimeter is gedefinieerd als een apparaat dat elektrische parameters zoals spanning, stroom en weerstand meet, en de resultaten digitaal weergeeft.

Hoofddelen
De belangrijkste delen van een digitale multimeter zijn het display, de selectieschakelaar, de poorten en de sondes, elk cruciaal voor nauwkeurige metingen.
Stroom meten
Om stroom te meten met een digitale multimeter, fungeert deze als een ammeter. Steek de rode sonde in de mA-aansluiting voor lage stroom of de 20A-aansluiting voor hoge stroom. Verbind de meter in serie met het circuit. Zet de schakelaar op het verwachte stroombereik. Wanneer de stroom aanstaat, zal de meter de stroom die door het circuit stroomt weergeven.
Spanning meten
Om spanning te meten met een digitale multimeter, fungeert deze als een voltmeter. Steek de rode sonde in de 'V'-aansluiting en de zwarte sonde in de 'COM'-aansluiting. Selecteer het verwachte spanningbereik en kies AC of DC. Verbind de leidingen parallel met het component of punt waar de spanning wordt gemeten. De meter zal de spanningwaarde weergeven.

Weerstand meten
In dit geval configureren we de multimeter om als een ohmmeter te functioneren. Hier worden de rode en de zwarte sondes van de multimeter ingevoegd in de aansluitingen gemarkeerd als 'V' en 'COM', respectievelijk, terwijl de selectieschakelaar wordt ingesteld op een verwacht bereik in de ohmmeterregio (Figuur 1). Nu moeten de leidingen worden verbonden over het component waarvan de weerstand bekend moet worden. Door dit te doen, krijgen we een uitlezing op het displaygedeelte van de multimeter die de waarde van de weerstand weergeeft.

Diode check
Voor dit geval, steek de sondes in de aansluitingen zoals bij de spanningmeting en zet de selectieschakelaar op de positie voor diodecheck zoals weergegeven in Figuur 1. Als de rode leiding van de multimeter wordt verbonden met de positieve terminal van de diode en de negatieve leiding met de negatieve terminal van de diode, dan moeten we een lage uitlezing op de multimeter krijgen.
Aan de andere kant, als we de rode leiding verbinden met de negatieve terminal van de diode en de zwarte leiding met de positieve terminal, dan moeten we een hoge waarde krijgen. Als de verkregen uitlezingen overeenkomen met onze verwachting, dan zeggen we dat de diode correct werkt; anders niet.

Continuïteit controleren
Een continuïteitscontrole wordt gebruikt om te weten of er een laagweerstandspad bestaat tussen twee punten, dus om te controleren of de punten kortgesloten zijn of niet. Om deze taak uit te voeren, worden de sondes in de aansluitingen gestoken zoals bij de spanningmeting en de selector schakelaar wordt ingesteld op de positie voor continuïteitscontrole (Figuur 1). Vervolgens worden de te testen punten aangeraakt met de leidingen van de sondes. Als de multimeter nu piept, betekent dit dat de punten kortgesloten zijn, anders kan de weerstand tussen hen worden afgelezen van het display.