
Voordat de apparatuur in gebruik wordt genomen
Om de kwaliteit en de toestand van het gas in de apparatuur te garanderen voordat deze in gebruik wordt genomen, worden meestal metingen uitgevoerd voor het SF6-percentage en de luchtvochtigheid.
Daarnaast is het nodig om de aanwezigheid van SF6-afbraakproducten vast te stellen. Normaal gesproken moeten de resultaten altijd onder de toegestane niveaus blijven voor hergebruik.
Tijdens de dienst van de apparatuur (op basis van een periodisch onderhoudsregime)
Regelmatig worden metingen uitgevoerd voor het SF6-percentage, afbraakproducten en luchtvochtigheid. Deze tests kunnen helpen potentiële problemen te identificeren zoals:
Dielectrische activiteiten (gedeeltelijke ontlading - PD, corona).
Slijtage van de monding.
Heetpunten (aangeven van hoge contactweerstand).
Niet-standaard schakelomstandigheden (als gevolg van zware schakeloperaties).
Afsluitproblemen (geconstateerd via luchtvochtigheid of luchtlekken).
Onjuiste gasbehandeling (zichtbaar als luchtvochtigheid, lucht- of oliecontaminatie).
Na een incident
Bij een storing kan gastechnische testen deel uitmaken van het onderzoeksproces:
Om het compartiment te identificeren waar een interne flitsover is opgetreden.
Om het niveau van afbraakproducten te beoordelen.
Om afwijkend gedrag te onderzoeken dat door andere factoren wordt aangegeven, zoals het bepalen of het probleem zich binnen een gascompartiment bevindt.
Om de resultaten te correleren die zijn verkregen met andere toestandsbeoordelingstechnieken, zoals PD-metingen.